aanmaanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmaanden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmandə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·maan·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmanen |
aanmaanden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanmanen
- ...dat wij aanmaanden.
- ...dat jullie aanmaanden.
- ...dat zij aanmaanden.
- ...dat wij aanmaanden.