aanknoopte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanknoopte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋknoptə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·knoop·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanknopen |
aanknoopte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanknopen
- ... dat ik aanknoopte.
- ... dat jij aanknoopte.
- ... dat hij, zij, het aanknoopte.
- ... dat ik aanknoopte.