aanklampten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanklampten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɲklɑmptə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·klamp·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanklampen |
aanklampten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanklampen
- ...dat wij aanklampten.
- ...dat jullie aanklampten.
- ...dat zij aanklampten.
- ...dat wij aanklampten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanklampten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.