aankaartten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankaartten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɲkartə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·kaart·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankaarten |
aankaartten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aankaarten
- ...dat wij aankaartten.
- ...dat jullie aankaartten.
- ...dat zij aankaartten.
- ...dat wij aankaartten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aankaartten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.