aanhalinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhalinkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhalɪŋkjə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ha·lin·kje
Zelfstandig naamwoord
het aanhalinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhaling
Gangbaarheid
- Het woord 'aanhalinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.