aangaapten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangaapten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣaptə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·gaap·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangapen |
aangaapten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aangapen
- ...dat wij aangaapten.
- ...dat jullie aangaapten.
- ...dat zij aangaapten.
- ...dat wij aangaapten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aangaapten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.