aaiden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aai·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaien |
aaiden
- meervoud verleden tijd van aaien
- Wij aaiden.
- Jullie aaiden.
- Zij aaiden.
- Wij aaiden.
vervoeging van |
---|
aaien |
aaiden