USB-telefoons
Uiterlijk
- Geluid: USB-telefoons (hulp, bestand)
- IPA: /yʔɛsˈbeʔteləˌfons/
- USB-te·le·foons
- USB-telefoon met uitgang -s
de USB-telefoons mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord USB-telefoon
- USB-telefoons blijken ook goed bruikbaar als vergadertelefoon, voor een vergadering met tot ongeveer 15 deelnemers. [1]
- Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[2]
- De spelling is "USB-telefoons" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.
- Het woord 'USB-telefoons' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.