TOFA
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- TOFA
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting voor Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | TOFA | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de TOFA v
- regeling voor uitzendkrachten die door de coronacrisis hun inkomsten hadden verloren
- ▸ Zeker 4500 flexwerkers hebben bij het UWV een corona-uitkering aangevraagd op de eerste dag dat deze TOFA-uitkering bestaat. Dat is althans de stand om 17.00 uur. "De systemen hebben het allemaal goed gehouden", zegt een woordvoerder van het UWV.[1]
- ▸ Flexwerkers kunnen een beroep doen op de TOFA-regeling, de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten. Ze moeten wel aan voorwaarden voldoen. Zo komen ze ervoor in aanmerking als ze in februari minimaal 400 euro verdienden en in april zeker de helft van hun inkomsten verloren. Als ze in maart, april of mei een beroep hebben gedaan op WW, bijstand of een andere socialezekerheidsregeling krijgen ze geen geld terug.[2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'TOFA' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Duizenden flexwerkers vragen corona-uitkering aan op de eerste dag” (Maandag 22 juni 2020, 19:11), NOS
- ↑ Weblink bron “Flexwerkers kunnen vanaf morgen corona-uitkering aanvragen” (Zondag 21 juni 2020, 17:41), NOS
