BMI

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • BMI
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting van bodymassindex
enkelvoud meervoud
naamwoord BMI BMI's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de BMIm

  1. (medisch) lichaamsgewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters, als maat voor eventueel overgewicht
     Chantalle Classen wacht bij het Zuyderland Ziekenhuis al maanden op een maagverkleiningsoperatie. Ze heeft een levensbedreigend hoge BMI.[1]
     Het ministerie van Volksgezondheid wil dat huisartsen drie risicogroepen voorrang geven. Een daarvan is de groep mensen met levensbedreigende obesitas (met een BMI hoger dan 40). Maar de huisartsen hebben de instructie, zo bevestigt ook de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), dat zij alleen obese mensen ónder de 65 mogen inenten.[2]
Synoniemen

de BMIv

  1. afkorting van Belgische Maatschappij voor Internationale investeringen

het BMIo

  1. afkorting van Broadcast Music Incorporated

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 maart 2024 Weblink bron “'Ik ben bang dat het al fout gaat voor mijn operatie'” (9 april 2021, 20:21), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 maart 2024 Weblink bron
    Dieuwke van Ooij
    “Obese 65-plussers wachten nog op vaccin, terwijl corona juist voor hen gevaar is” (20 maart 2021, 21:20), NOS