43-jarig
Uiterlijk
- 43-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 43-jarig |
verbogen | 43-jarige |
partitief | 43-jarigs |
43-jarig
- 43 jaren durend
- Gedurende dit 43-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 43 jaar
- Bij de brand viel helaas een 43-jarig slachtoffer.
- Het woord 43-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.