аўторак

Uit WikiWoordenboek

Wit-Russisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • аў·то·рак

Zelfstandig naamwoord

аўторак m

  1. dinsdag
    «У аўторак ксёндз Мацкевіч быў затрыманы на польска-беларускай мяжы.»
    Op dinsdag werd priester Mackiewicz gevangen genomen aan de grens tussen Polen en Wit-Rusland.
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: awtórak


Dagen in het Wit-Russisch
панядзелак
maandag
аўторак
dinsdag
серада
woensdag
чацьвер, чацвер
donderdag
пятніца
vrijdag
субота
zaterdag
нядзеля
zondag