úzslíhhan
Uiterlijk
úzslíhhan
- uit sluipen
- eruit kruipen
- aansluipen
- benaderen
- sterk (1a)
- [1-4]: úzslíchan
- Duits: [1]: (verouderd) ausschleichen
- Duits:
- [1]: (verouderd) ausschleichen
- [2]: hervorkriechen
- [3]: heranschleichen
- [4]: herankommen
úzslíhhan