øboers

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ø·bo·ers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

øboers

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van øbo
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

øboers

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van øboer
Schrijfwijzen