zwerfvuil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Zwerfvuil in plantsoen "De Worp" in de uiterwaard van de IJssel - Deventer
Woordafbreking
  • zwerf·vuil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerfvuil -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zwerfvuilo

  1. afval, achtergelaten op daarvoor niet bestemde plekken
    • In Amsterdam is veel zwerfvuil te vinden. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen