zwemkaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwemmen ww en kaart zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemkaart | zwemkaarten |
verkleinwoord | zwemkaartje | zwemkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- toegangsbewijs voor een zwembad
- Voor zwembad De Koerbelt is het fraaie zomerweer precies op tijd gekomen. Het betekent namelijk veel bezoekers en een run op zwemkaarten. Het buitenbad is net geopend. Dinsdagpasseerden ongeveer 1500 zwemliefhebbers de kassa, schat zwemonderwijzeres A. Gringhuis verheugd.[1]
- Verrassend is de populariteit van zwemkaarten met zijn afbeelding en handtekening. Die leveren opeens honderden dollars op. Honkbal- en American Footballkaarten van legendarische spelers zijn altijd populair. Maar zwemkaarten?[2]
Gangbaarheid
- Het woord zwemkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwemkaart" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 07-MEI-2008
- ↑ Volkskrant 18 augustus 2008
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be