zwart-op-wit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwart-op-wit
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van zwart, op en wit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwart-op-wit | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord het zwart-op-wit o
- (voeding) op drop gelijkend snoep in poedervorm op basis van o.a. salmiak, zoethoutwortel, zetmeel en suiker
Synoniemen
Bijwoord
zwart-op-wit
- in geschreven vorm
- Ik wil dit wel graag zwart-op-wit hebben!
- ▸ Bornerbroeker Jan Bartels toont het document met brisante inhoud. Voor hem is het nu zo klaar als een klontje. „Het móest de gekozen variant worden. Nu het hier zwart-op-wit staat, is het klip en klaar. Alles was voorgekookt. Het is van de zotte”, foetert de voorzitter van Dorpsbelangen Bornerbroek.[1]
Gangbaarheid
- Het woord zwart-op-wit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Henk Bouwhuis“Explosief document sterkt vermoedens Bornerbroek: ‘Zie je wel, de rondweg om Zenderen is doorgestoken kaart’” (29-06-2022), Tubantia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenkoppeling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Voeding in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal