Naar inhoud springen

zwalkt om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwalkt om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omzwalken

zwalkt (...) om

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwalken
    • Jij zwalkt om. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwalken
    • Hij zwalkt om. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzwalken
    • Zwalkt om! 

Gangbaarheid