zuur aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zuur aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzuren |
zuur aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuren
- Ik zuur aan.
- gebiedende wijs van aanzuren
- Zuur aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuren
- Zuur je aan?
Gangbaarheid
- Het woord 'zuur aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.