zumbacursus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zumbacursus (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzumbaˌkʏrsʏs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zum·ba·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zumba zn en cursus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zumbacursus | zumbacursussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zumbacursus m
- (sport) reeks lessen in fitnessoefeningen op Latijns-Amerikaanse muziek die een samenhangend geheel vormt
- ▸ De uiteindelijke activiteiten zijn een inloopmiddag en een zumbacursus geworden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zumbacursus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie C. van den Berg“Meiden de BAAS in de Schilderswijk : Eindverslag : Samenvatting” (8 september 2010) op zonmw.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal