zorgplek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgplek zorgplekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zorgplekv / m

  1. locatie waar mensen die dat nodig hebben zorg kunnen ontvangen
     "Mensen houden recht op zorgplek"[1]
     Onder autisme valt een breed scala aan stoornissen. Het is vaak onduidelijk welke zorg passend is en wie moet betalen voor de zorg. Zoals bij Lasse, over wie zorgverzekeraar, gemeente en Rijk blijven steggelen over de vraag wie voor hem moet betalen. Of voor Thijs, die geen passende zorgplek kan vinden. Ook bij thuiszitters en kinderen die knel zitten in het passend onderwijs is vaak autisme in het spel.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 augustus 2023 Weblink bron “"Mensen houden recht op zorgplek"” (Maandag 25 augustus 2014, 14:29), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 augustus 2023 Weblink bron
    Ardi Vleugels
    “'Autisten vallen bij gemeenten tussen wal en schip'” (Woensdag 11 november 2015, 06:09), NOS