zoomde in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoom·de in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzoomen |
zoomde in
- enkelvoud verleden tijd van inzoomen
- Ik zoomde in.
- Jij zoomde in.
- Hij, zij, het zoomde in.
- Ik zoomde in.
Gangbaarheid
- Het woord zoomde in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.