zond weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zond weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegzenden |
zond (...) weg
- enkelvoud verleden tijd van wegzenden
- Ik zond weg.
- Jij zond weg.
- Hij, zij, het zond weg.
- Ik zond weg.
vervoeging van |
---|
wegzenden |
zond (...) weg