zitelement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zitelement
Uitspraak
Woordafbreking
  • zit·ele·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zitelement zitelementen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zitelemento

  1. voorwerp waarop men kan zitten
     Het wordt nog een zware opgave voor voor de Stichting Samenwerkende Bouwbedrijven (SSB) een keuze te maken uit de kandidaten voor een robuust zitelement met bloembak.[1]
     Locatiedirecteur Martin Brouwer zegt dat De Fontein wel vaker met vandalisme wordt geconfronteerd, maar de diefstal van het tuinmeubel slaat alles. Bovendien waren de bankjes en het tafeltje verweerd en aan een opknapbeurt toe. De school heeft aangifte gedaan en gaat op zoek naar een vervangend zitelement. Tot die tijd moeten de kinderen het zonder zitje stellen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Al zestien kandidaten voor gratis bankjes SSB” (16-01-2009), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Diefstal tuinmeubel basisschool De Fontein” (04-03-2013), Tubantia