zielsverwantschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zielsverwantschap (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzilsfərwɑntsxɑp / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ziels·ver·want·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziel zn en verwantschap zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielsverwantschap | zielsverwantschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zielsverwantschap v
- het hebben van gelijke gedachten en gevoelens; elkaar helemaal begrijpen en aanvoelen
- Dat mijn vrouw Maria doodgaat. We zijn al 31 jaar samen en ik kan me geen leven zonder haar voorstellen. Onze zielsverwantschap is enorm. [2]
- Mark van Wind (35) wist zeker dat hij de vrouw van zijn dromen had gevonden toen hij in de lente van 1998 verschrikkelijk verliefd werd op Natalie. “We zaten beiden op de kunstacademie, en we leken elkaars gedachten te kunnen lezen; ik voelde echt een zielsverwantschap met haar. [3]
- De tentoonstelling Famous Popstars in Amsterdam laat de sterren zien als ze de hoofdstad bezoeken. Vanheye fotografeerde hen in zijn studio, maar ook in hotelkamers, op straat en in parken. Met veel artiesten ontstond 'een zielsverwantschap', zei de fotograaf dinsdag. Zo ging hij met Michael Jackson in 1977 nog een rondje wandelen, na een intensieve studiosessie met diens broers. 'Hij wilde nog wat van Amsterdam zien. Ik ben toen met hem langs de grachten gelopen.' [4]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zielsverwantschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ HP de Tijd ERNEST MARX 12 AUG 2011 Peter Blok
- ↑ HP de Tijd ESMA LINNEMANN 28 JAN 2011 Eigen geluk eerst
- ↑ Tubantia 04-09-12 Popiconen herleven in Amsterdam Museum
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal