ziektecijfer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziektecijfer ziektecijfers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziektecijfero

  1. getallen waarmee men het voorkomen van een ziekte kan beschrijven
     Verder moet er een bel rinkelen bij Golden Hello’s (lokpremies), hoge ziektecijfers, claims van ex-werknemers en pensioenafspraken die niet worden nagekomen.[2]
     Dat is ruim twee keer zoveel als het voorgaande jaar, meldt Acture, de grootste private uitvoerder van de Ziektewet, op basis van zijn ziektecijfers.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “De Urenfabriek deel 9: Hete Blicksem” (30 jan. 2018), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron “Griepverzuim kost Nederland miljarden” (24 apr. 2018), De Telegraaf