zenuwaanval

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·nuw·aan·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zenuwaanval zenuwaanvallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zenuwaanvalm

  1. plotseling ontstane, kortdurende en heftige emotionele gespannenheid
    • En sommigen nemen Van Vliets oproep wel erg letterlijk en dicht bij huis. Je hoeft de televisie maar aan te zetten of er staat weer een kok een stuk vlees te snijden of in een wok te roeren, uien te snijden of een zenuwaanval te krijgen.[2] 
    • In 1995 had Labeur in het vliegtuig naar Zuid-Afrika met KRO-collega Fons de Poel tien uur lang zitten brainstormen over wat de samenvoeging van Brandpunt, Hier en Nu en Televizier voor een gigantisch potentieel zou opleveren. Bij thuiskomst bleken de NCRV-directie en de AVRO-leiding veel te voelen voor samenwerking. Maar KRO-voorzitter Braks wees het idee af. ‘Hij kreeg een zenuwaanval van het idee dat ‘het grote Brandpunt’ zou verdwijnen.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant REMCO CAMPERT 2 juli 2011
  3. de Volkskrant Coen Verbraak 30 december 2006
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be