zelfstandigenaftrek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·stan·di·gen·af·trek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelfstandige en aftrek met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfstandigenaftrek | zelfstandigenaftrekken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zelfstandigenaftrek m
- (juridisch) verlaging van de belasting voor een zelfstandig ondernemer bijv. een zzp'er
- Hij was blij met de zelfstandigenaftrek.
Hyperoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zelfstandigenaftrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.