zeilt mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeilt mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meezeilen

zeilt mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen
    • Jij zeilt mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen
    • Hij zeilt mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meezeilen
    • Zeilt mee! 


Gangbaarheid