zeggenschapsrecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeg·gen·schaps·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeggenschap en recht met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeggenschapsrecht | zeggenschapsrechten |
verkleinwoord | zeggenschapsrechtje | zeggenschapsrechtjes |
Zelfstandig naamwoord
het zeggenschapsrecht o
- het recht van zeggenschap hebben.
Gangbaarheid
- Het woord 'zeggenschapsrecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.