zavelboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·vel·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zavel en boom [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zavelboom | zavelbomen |
verkleinwoord | zavelboompje | zavelboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de zavelboom m
- (plantkunde) Juniperus sabina, een verwant van de jeneverbes die in Europa op wat grotere hoogte voorkomt
- Is dat niet een zavelboom?
Synoniemen
Vertalingen
1. Juniperus sabina, een verwant van de jeneverbes die in Europa op wat grotere hoogte voorkomt
Gangbaarheid
- Het woord 'zavelboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.