wonderpil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- won·der·pil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wonderpil | wonderpillen |
verkleinwoord | wonderpilletje | wonderpilletjes |
Zelfstandig naamwoord
- een pil die als een wonder iets kan doen of oplossen
- Met de wonderpil genas hij van de ziekte.