witbuikroodmus
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit·buik·rood·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witbuikroodmus | witbuikroodmussen |
verkleinwoord | witbuikroodmusje | witbuikroodmusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Carpodacus trifasciatus een zangvogel uit de familie Fringillidae (Vinkachtigen). Deze soort is endemisch in westelijk China en overwintert in zuidoostelijk Tibet
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'witbuikroodmus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.