winterzon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- win·ter·zon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter en zon [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winterzon | winterzonnen |
verkleinwoord | winterzonnetje | winterzonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
- bleek zonnetje zoals die in de winter aanwezig is
Gangbaarheid
- Het woord winterzon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.