whopper

Uit WikiWoordenboek

Engels

enkelvoud meervoud
whopper whoppers

Zelfstandig naamwoord

whopper

  1. kanjer, joekel
    «Wow, you caught a whopper
    Tjonje, wat een kanjer heb je gevangen!
  2. enorme leugen
    «That guy says one whopper after the other.»
    Die vent liegt dat-ie barst.