werkmodus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·mo·dus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkmodus werkmodi
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werkmodusm

  1. de geestelijke toestand van het vol geconcentreerd aan het werk zijn, karakteristiek voor een werkweek
    • Na een ontspannen weekend probeerde de man weer in een werkmodus te komen. 
Antoniemen
Verwante begrippen