werkgeven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en geven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkgeven | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het werkgeven o
- (economie) het werkgever-zijn
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'werkgeven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.