wensbron
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wens·bron
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wens en bron
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wensbron | wensbronnen |
verkleinwoord | wensbronnetje | wensbronnetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een bron die een wens kan vervullen
- Alaric wierp zijn harnas in de wensbron en deed een wens.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een bron die een wens kan vervullen.
Gangbaarheid
- Het woord 'wensbron' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.