wegverkeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegverkeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg en verkeer [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegverkeer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het wegverkeer o
- (verkeer) alle verkeer met voertuigen over de weg
- Het wegverkeer is in de loop van de jaren steeds verder toegenomen.
- het geheel van deelnemers aan het verkeer op de weg
- Het wegverkeer zorgt voor veel luchtverontreiniging.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord wegverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.