waait op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- waait op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opwaaien |
waait op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaaien
- Jij waait op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaaien
- Hij waait op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opwaaien
- Waait op!
Gangbaarheid
- Het woord waait op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.