vuurwerkschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuur·werk·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurwerkschade | vuurwerkschaden vuurwerkschades |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- schade die ontstaan is als gevolg van het afsteken van vuurwerk