vuurwerkhandel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuur·werk·han·del
Woordherkomst en -opbouw
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | vuurwerkhandel | vuurwerkhandels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vuurwerkhandel m
- de inkoop en verkoop van vuurwerk
- een winkel of bedrijf waar vuurwerk wordt verkocht