vruchtvlies

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vruchtvlies    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vrucht·vlies

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vrucht zn  en  vlies zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vruchtvlies	vruchtvliezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vruchtvlies o

1. vlies dat om de ongeboren foetus van een zoogdier, in de baarmoeder ligt

   • Muizenmoeders zorgen er zelf voor dat hun pups voldoende aan haar geur worden blootgesteld. De moeder verwijdert eerst het vruchtvlies, likt dan de pups schoon en daarna haar tepels. Pas dan mogen de pups drinken.  
   • De verzorgster zag de hoogdrachtige moedertapir rond half 7 in haar hok verdwijnen. Even later wierp zij haar jong, dat echter in het vruchtvlies leek te zijn gestikt. Munsterman - Hommes aarzelde niet en startte de beademing en hartmassage.  
   • Dr. Nico Naaktgeboren, hoofd van het ivf-lab van de het Leids Universitair Medisch Centrum sluit zich daarbij aan. Hij is in het algemeen sceptisch over screenen op basis van één afgenomen embryocel. Naaktgeboren: “Als we naar een achtcellig embryo kijken, dan groeit waarschijnlijk maar één van die cellen uit tot de foetus. De andere cellen worden placenta, vruchtvlies en wat er verder nog voor structuren nodig zijn voor een zwangerschap.  

Synoniemen

• amnion

Gangbaarheid

• Het woord vruchtvlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vruchtvlies" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.