vrijage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrij·a·ge
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vrijerij’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- Naamwoord van handeling van vrijen met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijage | vrijages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kortstondige, niet al te serieuze verkering
- Ginny, die haar droom om een groot actrice te worden in rook zag opgaan, leeft op door haar geheime vrijage met strandwacht Mickey (Justin Timberlake).[4]
- Echt leuk wordt het pas weer als zij in bed belandt met de veel jongere hunk Harry (Pico Alexander), die met twee vrienden naar Hollywood is getrokken om daar hun filmdromen waar te maken. Deze vrijage - bedoeld als one-night-stand - groeit uit tot meer als de moeder van Alice (Candice Bergen) het gastenverblijf in de tuin aanbiedt aan de jonge filmtalenten.[5]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vrijage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijage" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "vrijage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vrijage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf MARCO WEIJERS 21 dec. 2017
- ↑ de Telegraaf M.W. 18 okt. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be