vooraanzicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·aan·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vooraanzicht vooraanzichten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vooraanzichto

  1. afbeelding van iets, zoals van voren gezien
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be