voeren af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voe·ren af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvoeren |
voeren (…) af
- meervoud tegenwoordige tijd van afvoeren
vervoeging van |
---|
afvaren |
voeren (…) af
- meervoud verleden tijd van afvaren
- Wij voeren af.
- Jullie voeren af.
- Zij voeren af.
- Wij voeren af.
Gangbaarheid
- Het woord voeren af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.