vocht uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vocht uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitvechten |
vocht uit
- enkelvoud verleden tijd van uitvechten
- Ik vocht uit.
- Jij vocht uit.
- Hij, zij, het vocht uit.
- Ik vocht uit.
Gangbaarheid
- Het woord vocht uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.