vloeit weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloeit weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegvloeien

vloeit (…) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien
    • Jij vloeit weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien
    • Hij vloeit weg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegvloeien
    • Vloeit weg! 

Gangbaarheid