vijst op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vijst op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvijzen |
vijst (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvijzen
- Jij vijst op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvijzen
- Hij vijst op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opvijzen
- Vijst op!
Gangbaarheid
- Het woord 'vijst op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.