verwijven

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wij·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van wijf met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

verwijven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verwijven
verwijfde
verwijfd
zwak -d volledig
  1. (pejoratief) meer vrouwelijke eigenschappen krijgen; slapper, weker, aanstelleriger worden
    • Steen kwam vorige week in het nieuws omdat hij ondanks tweets waarin hij homohaat predikte, op het Bevrijdingsfestival in Utrecht mocht optreden. Enkele jaren eerder had hij op sociale meida geklaagd over het 'verwijven' van de rapscene en schreef hij dat hij een concentratiekamp ging bouwen om gayrappers te vergassen. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen